Hoe reageert de EU op Trumps invoerheffingen?
De heffingen op invoer in de EU zijn weliswaar voor 90 dagen opgeschort, maar als er geen handelsakkoord wordt bereikt, komen er mogelijk toch tegenmaatregelen tegen de VS, zegt Irene Lauro, Europees econoom bij Schroders.
Nadat Donald Trump zijn heffingen op invoer uit de Europese Unie (EU) voor 90 dagen had opgeschort, heeft die haar tegenheffing van 25% op Amerikaanse goederen eveneens in de koelkast gestopt.
Die 25% gold voor een aantal landbouwproducten, motorfietsen en kleding en was een reactie op de heffingen op staal en aluminium die Trump eind maart invoerde.
De EU zou het liefst met de Amerikaanse regering een handelsakkoord sluiten (gezien het belang van de handel met de VS heeft de Unie duidelijk weinig zin om de spanningen te laten escaleren). Maar commissievoorzitter Ursula von der Leyen heeft niettemin gezegd dat de tegenmaatregelen van de EU alsnog zullen ingaan als de onderhandelingen geen bevredigend resultaat opleveren.
Komt er geen akkoord met de VS, dan zal de impact op de groei het grootst zijn in Duitsland en Ierland. Die landen hebben namelijk het grootste overschot in de goederenhandel met de VS.
De teller loopt
De EU en de VS hebben nu dus 90 dagen om een handelsakkoord te sluiten. Eén potentieel knelpunt is Trumps wens dat de EU voor 350 miljard USD aan fossiele brandstoffen koopt.
Dat komt zowat overeen met Europa’s totale jaarlijkse energie-invoer – momenteel importeert de EU voor om en bij de 65 miljard USD aan fossiele brandstoffen uit de VS. Die eis van Trump kan dus niet zomaar worden ingewilligd.
Wat kan de EU doen?
De EU zou van de VS meer brandstoffen kunnen kopen, zoals LNG. De kersverse Duitse regering heeft onlangs nieuwe stimuleringsmaatregelen aangekondigd en met name geld uitgetrokken om de defensiecapaciteit op te krikken. Dat kan gebruikt worden om meer legermaterieel van Amerikaanse makelij te kopen.
Heel Europa geeft er op dit ogenblik duidelijk de voorkeur aan om Europese producten te kopen en zo de Europese defensie-industrie een duw in de rug te geven. Op korte termijn, de eerstkomende jaren, kan de Europese vraag echter worden ingevuld door de Amerikaanse defensiesector. Dat zou Europese defensiebedrijven ook de tijd geven om hun productie op te schalen om aan de enorme vraag vanuit Duitsland en andere Europese landen te kunnen voldoen.
De EU zou ook kunnen aanbieden om de invoerrechten op industriële goederen uit de VS te verlagen, bijvoorbeeld op Amerikaanse auto’s.
Heeft de EU ook troeven in handen?
De Unie werkt aan tegenmaatregelen tegen Trumps invoerheffingen en neemt met name Amerika’s enorme handelsoverschot met de EU in de dienstensector in het vizier. Dat zou een cruciale kaart kunnen zijn in de onderhandelingen, want de EU exporteert meer goederen naar de VS dan vice versa, maar importeert tegelijk veel Amerikaanse diensten. Die kan ze wellicht inzetten als hefboom.
Hoe zal dit de inflatie beïnvloeden en hoe zal de ECB reageren?
Ik denk dat de ECB na de renteverlaging van april in juni opnieuw het mes in de rente zal zetten – door de terugval van het ondernemersvertrouwen, de handel en de investeringen is het risico immers toegenomen dat de economie vertraagt.
De energieprijzen in Europa zijn sterk gedaald en de euro is gestegen – twee factoren die de inflatie drukken. Bovendien kan de toegenomen concurrentie van goedkope Chinese import goederen goedkoper maken.
Nu op China’s export naar de VS invoerrechten betaald moeten worden, bestaat de kans dat die stroom zich naar Europa verlegt. Europa loopt volgens mij nu dus het risico dat de groei vertraagt, terwijl er tegelijk desinflatoire krachten aan het werk zijn. Dat zal de roep om de rente te verlagen kracht bijzetten. Er komt wel een positieve impuls vanuit het begrotingsbeleid, met name in Duitsland, maar het effect daarvan op de bedrijvigheid wordt wellicht pas volgend jaar merkbaar.
Welke impact zullen de invoerrechten hebben als de EU geen handelsakkoord weet te sluiten?
Het is zonneklaar dat de algemene heffing van 20% de komende twaalf maanden sterk zal wegen op de groei. Schroders verwacht dat die 0,3% tot 0,4% groei zal kosten, maar dat is alleen maar de directe impact.
We moeten ook rekening houden met de secundaire effecten, onder meer in het ondernemers- en consumentenvertrouwen. Dat laatste lijdt nu al onder de invoerheffingen – een vertraging van de consumptie en de investeringen lijkt steeds waarschijnlijker.