Het enige wat de markt voor Kerstmis wil, is AI-ROI
Door Paddy Flood, Co-Head of Global Equity Research and Global Sector Specialist, Technology bij Schroders
Er werd al buitengewoon veel in AI geïnvesteerd, maar om zicht te krijgen op het rendement moet de markt op de juiste plaatsen zoeken.
Nu het jaar ten einde loopt, gaat de technologiesector de feestdagen in met één duidelijke wens: bewijs dat de enorme investeringen in artificiële intelligentie (AI) vruchten afwerpen. De kapitaaluitgaven voor AI hebben ongekende niveaus bereikt, van de aankoop van chips tot de bouw van datacenters en meerjarige cloudovereenkomsten. Toch zien de beleggers nog steeds beperkte informatie over AI-gedreven inkomsten, winsten of kasstromen. Het resultaat is een groeiende bezorgdheid dat AI misschien niet het rendement oplevert dat in verhouding staat tot het enthousiasme.
De markt heeft gelijk om te vragen waar de opbrengsten blijven, maar moet ook voorzichtig zijn met waar ze naar kijkt voordat ze conclusies trekt. AI-inkomsten duiken op, maar niet altijd op de plaatsen die beleggers instinctief verwachten. Om de monetarisering van AI te begrijpen, moet men de volledige technologieketen onderzoeken en erkennen dat de economische aspecten in een combinatie van directe, indirecte en soms verborgen manieren naar voren komen.
Laten we beginnen met de basis: hoe mensen AI daadwerkelijk gebruiken
AI wordt op verschillende manieren gebruikt, en elke manier heeft zeer verschillende gevolgen voor de inkomsten. Sommige mensen gebruiken AI gratis via chatbots voor consumenten, zoals ChatGPT of Gemini. Anderen betalen voor AI-verbeterde producten van softwareleveranciers, van AI-ondersteunde productiviteitstools tot ontwikkelaarsdiensten. En in veel gevallen gebruiken consumenten en bedrijven AI zonder expliciet voor de AI-component te betalen. Een nieuwswebsite die samenvattingen van artikelen aanbiedt, of een retailer die een AI-winkelassistent integreert, biedt AI-mogelijkheden aan zonder de gebruiker daarvoor te doen betalen. De AI-verwerking brengt nog steeds kosten met zich mee, maar deze worden opgenomen in de bredere productervaring.
Deze mix van gratis en betaald gebruik zorgt voor heel wat onduidelijkheid wanneer de beleggers op zoek zijn naar inkomsten. Als men alleen focust op de beperkte categorie van expliciet betaalde AI-producten voor consumenten of bedrijven, lijken de cijfers klein. Maar die visie gaat voorbij aan een belangrijk deel van de activiteit. AI wordt steeds meer een kost voor het doen van zaken, vergelijkbaar met zoekopdrachten, uitsturen van content of cyberbeveiliging. De bedrijven kunnen er misschien niet direct geld mee verdienen, maar ze moeten het steeds vaker aanbieden of gebruiken, anders lopen ze het risico gebruikers te verliezen aan concurrenten die dat wel doen.
Een bedrijf als Booking.com illustreert dit punt goed. Het is onwaarschijnlijk dat het AI-functies als zelfstandige producten zal verkopen, maar het zal vrijwel zeker AI gebruiken om zijn aanbevelingen, zoekresultaten en klantenservice te verbeteren. De hoop is dat het economische voordeel tot uiting komt in betere conversiepercentages en een hogere winstgevendheid, en niet in een specifieke post van AI-inkomsten. Cruciaal is dat elke keer dat iemand AI gebruikt, gratis of niet, dit ergens in de technologieketen kosten met zich meebrengt. Die kosten zijn inkomsten voor de bedrijven die toegang tot het onderliggende model en rekencapaciteit bieden.
Waarom de technologieketen belangrijk is
Elke AI-interactie omvat verschillende technologische lagen. Aan de top staat de applicatie die de gebruiker ziet, zoals een chatbot, een AI-aangedreven zoekmachine of een winkelassistent. Daaronder bevindt zich het grote taalmodel dat de output produceert. En daaronder bevindt zich de rekenlaag, waar cloudplatforms en gespecialiseerde hardware de benodigde verwerking leveren.
Deze structuur is belangrijk omdat elke keer dat AI wordt gebruikt, waarde door de keten stroomt. Zelfs als de eindgebruiker niets betaalt, moeten de bedrijven die de dienst aanbieden de modelaanbieder, het cloudplatform of beide betalen. De inkomsten verschijnen niet altijd in de applicatie voor de gebruiker, maar ergens in de onderliggende infrastructuur.
Daarom bestaat het risico dat het gebruik van AI wordt onderschat als men zich alleen richt op betaalde AI-producten. De sterkste indicatoren voor het werkelijke gebruik bevinden zich dieper in de keten, bij de grote modelaanbieders en de hyperscale rekenplatforms die elke AI-aanvraag registreren.
Waar de inkomsten het meest zichtbaar zijn: LLM'en en hyperscalers
Het duidelijkste signaal van gebruik en monetarisering komt van de grote taalmodelbedrijven (Large Language Model companies - LLM's).
- LLM'en zoals OpenAI en Anthropic genereren inkomsten via consumentenabonnementen, bedrijfslicenties en gebruik door ontwikkelaars. Elke actie waarbij hun modellen worden gebruikt, of deze nu gratis of betaald zijn op de applicatielaag, verbruikt capaciteit en draagt dus bij aan de inkomsten. De cijfers zijn opvallend. De gecombineerde inkomsten van deze twee bedrijven zullen naar verwachting binnen enkele jaren tientallen miljarden dollars bedragen. Als OpenAI en Anthropic hun veronderstelde doelstellingen voor 2026 halen, zullen ze qua omvang vergelijkbaar zijn met gevestigde softwarebedrijven zoals Intuit en Adobe, hoewel ze veel jonger zijn en actief zijn in markten die een paar jaar geleden nog nauwelijks bestonden.
- Hyperscale cloudproviders bieden een tweede zichtbaar voorbeeld. Voor platforms zoals Azure, AWS en Google Cloud levert AI nu een belangrijke bijdrage aan de incrementele groei. Managementteams hebben herhaaldelijk generatieve AI-workloads benadrukt als een belangrijke motor voor omzetgroei en hebben opgemerkt dat de vraag vaak groter is dan de beschikbare capaciteit.
Deze onderdelen van het ecosysteem bieden het meest transparante beeld van AI-monetarisering, omdat ze het gebruik direct weerspiegelen en een indrukwekkende start hebben gemaakt. Er is echter nog meer nodig om de omvang van de huidige investeringen te rechtvaardigen.
Waar de omzet minder duidelijk wordt: aanzienlijke maar verborgen monetarisering
Naast de bedrijven die AI rechtstreeks verkopen en de platforms die de rekenkracht leveren, is er een aanzienlijke laag van AI-monetarisering die veel minder zichtbaar is. Veel grote platforms zetten AI niet in als een product om te verkopen, maar als een verbetering van hun kernactiviteiten.
Dit geldt met name voor de grote digitale advertentieplatforms. Meta en Google investeren fors in AI om de targeting te verbeteren, de creatieve output te optimaliseren en de campagneprestaties te verfijnen. Adverteerders betalen geen AI-vergoeding, maar profiteren van een hoger rendement op hun uitgaven, en de platforms profiteren van een sterkere betrokkenheid en prijszettingsvermogen. De omzetstijging wordt niet bekendgemaakt, maar is verwerkt in de advertentie-inkomsten in plaats van expliciet als AI te worden aangeduid.
Dit patroon komt steeds vaker voor in de digitale economie. Bedrijven voegen AI toe omdat het hun economische positie versterkt, de gebruikerservaring verbetert of helpt om hun marktaandeel te verdedigen. De monetarisering is reëel, maar gaat schuil achter bredere inkomstenstromen waarin de bijdrage van AI niet apart wordt vermeld. Voor wie enkel zoekt naar alleenstaande AI-inkomsten, is deze laag gemakkelijk over het hoofd te zien, ook al is deze in totaal waarschijnlijk zeer groot. Voor actieve beleggers is deze verborgen laag een belangrijke kans, juist omdat de markt de neiging heeft om over het hoofd te zien wat niet gemakkelijk te meten is.
Alles bij elkaar genomen: de inkomsten zijn er, maar niet altijd daar waar men ze verwacht
De AI-inkomsten zijn al aanzienlijk, maar deze zijn verspreid over de keten en blijven vaak achter de schermen.
Aan de top van de keten bevinden zich de expliciet betaalde AI-producten, en die zijn nog in ontwikkeling. Maar lager in de keten zijn de signalen sterker. De grote modelaanbieders genereren al inkomsten die hen in de buurt brengen van enkele van de meest succesvolle softwarebedrijven van de afgelopen twee decennia. Cloudplatforms zien een AI-gedreven versnelling. En veel digitale bedrijven, die hun AI-inkomsten niet apart rapporteren, profiteren duidelijk van AI-verbeterde monetarisering.
Geen van deze factoren alleen vertelt het volledige verhaal. Pas wanneer de hele keten in zijn geheel wordt bekeken, van gebruikersgerichte applicaties tot LLM'en tot cloudinfrastructuur, wordt de omvang van AI-acceptatie en -monetarisering duidelijk.
Lees ook: klik hier