Hebben klimaatbeleggers last van de energiecrisis?
10 november 2021
De traditionele energieprijzen rijzen de pan uit. Desondanks winnen de drijfveren op lange termijn voor hernieuwbare energie, energieopslag en elektrisch vervoer alleen maar aan kracht, schrijft Simon Webber, fondsbeheerder bij Schroders.
De wereldeconomie wordt momenteel geconfronteerd met een acuut tekort aan energie. De olie-, gas en steenkoolprijzen gaan door het dak, waardoor de primaire energiekosten meer dan verdubbeld zijn tot 8% van het mondiale BBP.
Wat is de oorzaak van de dure energie?
Belangrijk is om te beseffen wat deze prijsstijging veroorzaakt. De grote economieën gaan weer open na de lockdowns als gevolg van Covid-19. Het herstarten van de maakindustrie en aantrekken van reizen leiden tot een sterke vraag naar energie. Aan de aanbodzijde zijn er enkele langetermijnfactoren die tot een vermindering van het aanbod geleid hebben. Daarin speelt de ineenstorting van de olieprijs in 2014 een rol. Die leidde tot een vermindering van de kapitaalinvesteringen in olie en gas. Die lagere investeringen worden nu voelbaar. De aanbodbeperkingen blijven daarom nog wel even bestaan.
Daarnaast zijn beleggers en banken terughoudender geworden in het financieren van fossiele brandstoffen. Ook deze factor speelt een rol in de beperkte beschikbaarheid van fossiele energie.
Wat zijn de implicaties van deze ontwikkelingen?
Op korte termijn proberen de overheden en beleidsmakers de prijzen onder controle te krijgen. China heeft de steenkoolmijnen gevraagd om meer te produceren om zo de huidige energietekorten het hoofd te kunnen bieden. De prioriteit van het klimaat lijdt nu even onder de directe behoefte van de burgers. Maar er zijn ook positieve beleidssignalen. De overheden blijven focussen op het behalen van de klimaatdoelstellingen.
Een stijging van de primaire energiekosten zal een grote impact hebben op de groei van de wereldeconomie. Hoe langer de prijzen hoog blijven, des te groter de impact. De maakindustrie kampt al met tekorten aan componenten en hogere transportkosten. De ontwrichting neemt alleen maar toe. In verschillende Chinese provincies gelden energiebeperkingen. Steeds meer bedrijven gaan te maken krijgen met annuleringen van leveringen. Dat raakt vooral de economieën met een grote maakindustrie, zoals China, Zuid-Korea en Duitsland. Bedrijven die geïnvesteerd hebben in robuuste toeleveringsketens, zullen eruit springen.
Duurzame projecten worden duurder
Projecten voor schone energie hebben ook te lijden. Een nieuw project in zonne- en windenergie vereist veel elektronica, koper, staal en transport. Op al die terreinen zijn er tekorten of grote prijsstijgingen. Met een significante inflatie op al die productie-elementen zijn de maakkosten in de afgelopen twaalf maanden met meer dan 20% gestegen.
Deels moeten die hogere kosten gedragen worden door de producenten, zoals Vestas. Dat zet hun winstmarge onder druk. Bij producenten van hernieuwbare energie is een neerwaartse bijstelling van de winst te verwachten. Een ander deel van de kosten kan wel worden doorberekend aan de klanten. Webber verwacht uitstel van diverse duurzame energieprojecten uit kostenbesparing.
Fossiel is volatiel
Een belangrijke les uit deze crisis is dat de prijs van fossiele energie instabiel en volatiel is. Hernieuwbare energie daarentegen, gecombineerd met opslagmogelijkheden, is een veel stabielere vorm van energie. De operationele kosten zijn laag, er is geen brandstof voor nodig. De prijs wordt bepaald door de kapitaalkosten van het project, de gemiddelde input van wind of zon en de levensduur van de materialen. De productiekosten van hernieuwbare energie stijgen, maar niet zo veel als de kosten om energie op te wekken met fossiele brandstoffen. Daardoor verbetert de concurrentiekracht van hernieuwbare energie drastisch.
Veel te winnen in elektrificatie
In onder meer de VS stijgt de vraag naar zonne-energie en opslagmogelijkheden enorm. Hernieuwbare energie is een deflatoire kracht voor elektriciteitsopwekking. Daarom is Webber ervan overtuigd dat de vraag naar hernieuwbare energie en batterijopslag de komende jaren sterk zal zijn.
Het Internationaal Energie Agentschap (IEA) heeft prognoses gepubliceerd voor de vraag naar elektriciteit bij een netto-nul-scenario, waarin elektrificatie een hoofdrol speelt. De consumptie van elektriciteit zal jaarlijks met 4,2% groeien en het aandeel elektriciteit in de energiemix loopt op van 20% naar 50%. Deze verschuiving vereist een extra 20 biljoen dollar aan investeringen, alleen al om de opwekkingscapaciteit uit te breiden, nog afgezien van de infrastructuur en toeleveringsketen.
De overstap naar elektrificatie op zo'n grote schaal zal de groei van de vraag naar elektriciteit stimuleren. Europa zal tegen 2050 waarschijnlijk drie keer zijn huidige elektriciteitsopwekking nodig hebben om zijn klimaatdoelstellingen te halen.
Op lange termijn wint hernieuwbare energie
Het tempo van duurzame opwekking moet minstens verdubbelen en waarschijnlijk verdrievoudigen. Misschien is de huidige crisis de katalysator die nodig is om dat te beseffen. Webber is ervan overtuigd dat de uitdagingen in de hele waardeketen van de klimaatinfrastructuur de komende 6-12 maanden aanzienlijk zullen zijn. De langere termijn factoren achter de vraag naar hernieuwbare energiebronnen en alles wat daarmee samenhangt, worden door de huidige energiecrisis alleen maar versterkt.
Lees ook Is the Energy crisis bad for climate change investors?, door Simon Webber, fondsbeheerder bij Schroders.
